Tik... tik... tik...
Het strand lijkt verlaten, maar zo te horen is het dat niet. Waar komt dat geluid vandaan?
Meneer Strandloper strekt zijn lange dunne poten eens even uit. Hij kijkt naar de golven die op het strand spoelen. Hij geniet van deze mooie zonnige dag aan de Waddenzee, zijn woonplaats.
Tik... tik... tik...
Hè, waarom laten ze hem nou niet even met rust. Het was zo lekker rustig hier. Wie zit daar nou toch zo te tikken?
Zijn koppie kijkt razendsnel opzij. De ene kant op en de andere kant. Dat is hij gewend, om op te letten of alles om hem heen oké is. Je weet maar nooit. Hij kan snel over het zand trippelen en wegvliegen als het moet, maar toch wil hij steeds in de gaten houden of het nodig is om weg te vliegen. Er liggen altijd gevaren op de loer.
Tik... tik... tik...
Snel draait hij zijn koppie naar het geluid. Omdat hij niks ziet wat gevaarlijk kan zijn voor hem, trippelt hij op zijn hoge pootjes naar het geluid toe. Aha... daar ziet hij het. Maar wat is dat nou? Het is iets raars.
'Hallo..? Is daar iemand? Of is daar iets?' vraagt hij heel voorzichtig.
Zou hij nu weer alleen maar 'tik...' horen?
Maar nee, er begint echt iets terug te praten.
'Hallooooo... oh...!' klinkt er een héél zacht piepstemmetje terug.
Strandloper is blij dat hij heeft ontdekt waar dat getik vandaan kwam. Nou kan dat getik misschien ook eindelijk stoppen.
Tik... tik... tik...
'Sorry hoor, maar zou je alsjeblieft kunnen ophouden met dat getik? Ik word er getikt van!'
Het blijft even stil. Hè hè, rust op het strand. Strandloper is blij en wil net weglopen als hij weer wat hoort.
'Ik eh....,' piept het van dichtbij. 'Ik zit vast...!'
Strandloper knijpt zijn oogjes even samen om beter te kunnen zien waar dat piepstemmetje vandaan komt. Maar hij ziet alleen maar zand, en nog meer zand. En wat schelpen. En wat groen zeewier.
'Waar zit je dan?' zegt hij, kijkend naar het hoopje groen zeewier.
'Hier!'
Eh ja... maar waar is dat dan, vraagt Strandloper zich af. Eerst kijkt hij weer snel om zich heen om te zien of alles veilig is. Dan kijkt hij een hele tijd naar dat hoopje zeewier. Het lijkt wel of het stemmetje daar uit kwam! Kan zeewier dan praten? Heeft zeewier een mond? En misschien dan ook wel ogen..? Nee, hij ziet geen mond en geen ogen in het zeewier.
Maar wacht eens even... midden in dat groene hoopje ziet hij iets.
'Kijk mij dan!' komt er piepend uit het kleine krabbetje dat in het zeewier zit.
'Ja! Ik zie je!' zegt Strandloper opgelucht.
'Maar wat is je probleem, joh? Was jij zo aan het tikken? Je hebt wel geluk dat ik jou alleen eet als ik aan het broeden ben. Al zou ik je nu eigenlijk ook wel willen opeten als je niet stopt met dat akelige getik...'
'Maar ik ben nu niet aan het broeden,' gaat Strandloper verder. 'Dus houd op met dat gepiep en getik en zeg me wat je probleem is.' Strandloper begint er genoeg van te krijgen en wil rust. Hij ziet geen probleem.
'Ik zit vast zeg ik toch!' klinkt er een tikkend en piepend geluid.
'Ja, da's lekker dom. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?'
'Ik was hier aan het eten en toen lette ik niet op waar ik was. Opeens merkte ik dat ik vastzat in deze verschrikkelijke hoop zeewier. Ik had genoeg zeewier opgegeten en had mijn buik vol. Toen wilde ik weg uit dit zeewier, maar ik zit vast! En ik weet niet hoe ik hier uit kom! Zeewier helpt me ook totaal niet om me weer te bevrijden! Hij ligt hier alleen maar en doet niks! Ik begin nu echt uit te drogen, ik moet terug naar het water!'
Strandloper kijkt eens goed. Het krabbetje zit inderdaad vast in de blaadjes en de groene blaasjes van het zeewier. Hoe heeft hij dat voor elkaar gekregen? Domme actie van Krabbetje. Je zou toch denken dat Krabbetje met zijn ervaring beter zou opletten en had kunnen weten dat hij gevaar liep. Pfff... daar gaat zijn rust. Strandloper denkt na. Hij moet hem redden, hij krijgt toch geen rust als hij nu zou wegvliegen en Krabbetje niet zou redden.
Dit heeft hij weer, dat hij dit net nu moet tegenkomen. Maar hoe? Hoe kan hij hem helpen? Hij heeft geen idee!
Strandloper trippelt op zijn hoge poten naar Krabbetje toe en pikt wat met zijn lange snavel in het zeewier om Krabbetje heen. Geen beweging in te krijgen. Dat is dus niet de goede manier.
'Zie je? Ik kom er niet meer uit!' piept Krabbetje. 'En ik ben al zo droog!'
Strandloper blijft pikken met zijn snavel. Nu ook vlak naast Krabbetje, op Krabbetje en een beetje onder Krabbetje. Gelukkig heeft een krab een hele harde huid, dat heet een pantser. Dat beschermt hem en nu komt dat heel goed uit! Strandloper pikt, en pikt, en pikt...
BOEM, BOEM, BOEM, BOEM! Klinkt het steeds harder.
Strandloper stopt met pikken en kijkt in de verte.
Gevaar!
Zijn eerste reactie is wegvliegen, zo snel hij kan! Maar Krabbetje dan?
Er komen twee grote mensen aan, recht op hen af. Hun voetstappen zijn dichtbij en klinken als harde dreunen. BOEM, BOEM, BOEM...
Maar als Strandloper wegvliegt, zullen die mensen misschien wel op krabbetje gaan staan en is hij dood.
Wat kan hij doen? Hij ziet Krabbetje met een angstig gezicht naar hem kijken. Krabbetje kan nergens heen!
Opeens weet Strandloper precies wat hij moet doen. Hij gaat niet wegvliegen, maar hij blijft hier staan, vlakbij Krabbetje. Heel eng! Want wat gaan die mensen doen als ze vlak bij hen komen?
Maar Strandloper heeft een plan. 'Als ik blijf staan, zullen die mensen misschien niet op Krabbetje gaan staan, want dan moeten ze om mij heen lopen...,' denkt hij.
Nu zijn de mensen al heel dichtbij.
'Tik... tik...' klinkt het uit het zeewier.
Strandloper staat doodstil, en kijkt naar de mensen die naar hem wijzen.
Ze praten wat en ze komen nog dichterbij...
'Help....!' piept Krabbetje. Strandloper ziet dat Krabbetje helemaal in paniek is. Als de mensen op hem gaan staan is hij plat, dood. Er is maar één oplossing: Krabbetje moet het water in!
'Wat een mooie vogel is dat!' hoort Strandloper de mensen zeggen. 'Is dat nou een strandloper?'
'Geen idee... dat zou kunnen,' zegt het andere mens. Ze staan nu stil, met hun schoenen vlak voor het hoopje zeewier. 'Mooi beestje.'
Strandloper trilt van angst. Hij wil zoooo graag wegvliegen, weg van die mensen. Maar hij heeft die mensen juist nodig voor zijn plan om Krabbetje te redden!
Met een paar trippelpasjes staat Strandloper bovenop Krabbetje. Hij begint te pikken in het zeewier dat om Krabbetje heen zit. Heel snel pikt hij, en nog sneller. Maar het zeewier zit nog steeds vast om de pootjes van Krabbetje.
Strandloper gaat over op zijn volgende plannetje. Hij stopt met pikken en trippelt een eindje van het zeewier vandaan.
'Hee kijk! Een krabbetje! Oh, wat een mooie!' hoort Strandloper een van de mensen zeggen.
En ja hoor; het ene mens bukt zich en een hand gaat naar Krabbetje toe. Strandloper kijkt toe van een afstandje, rillend van angst.
Wat gaat dat mens nu doen? Zou zijn plannetje werken?
De hand pakt Krabbetje nu, en duwt hem even heen en weer in het zeewier. En dan.... ja...! Hij tilt Krabbetje uit het zeewier!
Het plan is gelukt! Het mens gaat rechtop staan, en Krabbetje ligt op zijn hand.
'Kijk eens, wat een mooie ik hier heb!' hoort Strandloper het mens zeggen.
Oh jee... maar zijn plan is dus helemaal niet gelukt! Want nu is Krabbetje niet meer gevangen in het zeewier, maar in de hand van dat mens!
'Ja, inderdaad, een mooie! Leeft hij nog? Volgens mij wel...'
'Volgens mij ook! Ik zet hem terug in het water, dan hebben wij hem gered!' zegt de ene mens trots tegen de andere.
Ja, ja, denkt Strandloper. Hebben jullie Krabbetje gered. Zien ze dan niet dat hij ook heeft meegeholpen? Het lijkt of ze hem alweer vergeten zijn! Ach wat, Strandloper is trots op zichzelf, dat hij zo'n goed plan heeft bedacht om Krabbetje te redden. Dankzij hem leeft Krabbetje nog!
En hup! Met een mooie boog vliegt Krabbetje door de lucht en wordt hij in het water geslingerd, vlakbij de plek waar Strandloper staat.
'Tik, piep, tik, piep!' klinkt een blij Krabbetje uit het zeewater.
'Jihaa..! Tik! Piep! Blub! Heerlijk, dit schuimbad! Moet je zien, hoe ik lekker verzuip in de schuimbellen! Kom ook in dit schuimbad, Strandloper! Ga alsjeblieft nooit meer broeden, dan blijf je mijn beste vriend voor altijd!'
Maak jouw eigen website met JouwWeb